
Len Munnik, al 45 jaar cartoonist voor Trouw, voert actie in pasteltinten
Cartoonist Len Munnik tekent al 45 jaar voor Trouw en al die tijd draait zijn werk om oorlog en vrede, om recht en onrecht. Actievoeren heeft zin, zegt hij, ook met pen, inkt en papier. ‘Ik ben niet cynisch geworden.’
De tekening voor de krant van morgen ligt deze ochtend om tien uur al geschetst op zijn bureau. “Kantoortijden, hè.” Len Munnik doet de lichtbak aan, pakt een wit passe-partout met als uitsnede precies de maat van de tekening zoals die op de opiniepagina verschijnt en schuift dat wat heen en weer. “Zo is het misschien wat duidelijker, spannender. Of toch wat meer zo.”
De schets is met potlood gemaakt. Later, als hij er tevreden over is, gaat hij opnieuw tekenen. Dan maakt hij hem met inkt en kleurt hem in. Het is de dag voor de Navo-top met Trump. Len heeft een tafel getekend, gedekt en met een Navo-vlaggetje erop. Naast een van de borden ligt een knots. Nu verdwijnt de brede lach van het gezicht van de tekenaar. “Die Trump. Dat is toch erg?” Het idee van de knots kwam al meteen, vertelt hij. “Ik had eerst een holbewoner getekend, maar het moest ook wel iets Amerikaans zijn, dus het is toch een honkbalknuppel geworden. Wel met stekels.” Hij schuift weer wat heen en weer met het passe-partout. Bedachtzaam: “Ik denk dat ik alleen de knuppel kleur.” Een snelle blik naar de interviewster volgt.
Len Munnik (72) tekent al 45 jaar voor Trouw. Ook als zijn naam er niet bij staat, weten de vaste lezers wel wie de tekenaar is, want hij heeft een heel eigen stijl. Poëtisch, met pastels. Lichtblauw, zachtgroen, dat zijn echte Len-kleuren. Maar zijn boodschap is vaak scherp. Hij noemt zich ‘nog altijd een vredesactivist’. Zeg maar gerust een wereldverbeteraar. Bijna al zijn werk, ook wat hij naast Trouw doet, raakt aan het thema oorlog en vrede, aan recht en onrecht, aan de machteloosheid van de zwakkeren in de samenleving. Hij zou zomaar een maatschappelijk verantwoord ondernemer genoemd kunnen worden.
Is zijn geloof in een betere samenleving veranderd in die 45 jaar, wat minder geworden misschien? Hij is even stil. “Ik ben niet cynisch geworden.” En ja, hij gelooft er wel in dat tekeningen kunnen helpen om onrecht aan de kaak te stellen, en dat er dan ergens iets verandert, verbetert zelfs.
Neem de actie die jaren geleden in Vlaardingen is gevoerd tegen de aanleg van de A4, de snelweg tussen Delft en Schiedam. De weg zou dwars door een natuurgebied gaan. “Ik liep daar hard, ik hield van dat gebied. Dat kan niet, dat daar een weg komt, dacht ik toen. Het was het laatste stukje groen daar.” Er kwam een protestgroep, waar Len Munnik vol overtuiging aan meedeed. “Vergaderen is niet mijn sterkste punt, dus ik zei: ‘Laat mij maar lekker tekenen.’ Je moet je beperkingen kennen.”
Die weg is er gekomen, maar verdiept aangelegd, zodat het uitzicht op het natuurgebied behouden is gebleven.
Zo zijn er vele actiegroepen en bewegingen waar Len Munnik voor getekend heeft. De actiegroep ‘Groeiend verzet’, tegen afvaldump in de Lickebaertpolder bij Maassluis. De Vredesbeweging, vanaf het begin: Len tekende het oerbeeldmerk ervan. Het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV), dat nu Pax heet. GroenLinks, de SP, de Partij voor de Dieren. Een eindeloze lijst.

Tosti’s
Anke Munnik komt de werkkamer binnen met koffie en appeltaart. Ze excuseert zich: ze moet snel weer naar beneden. Vandaag is de laatste schooldag van hun drie kleinzoons en er zal een foodtruck met tosti’s langskomen op school. Die school is te zien vanaf hun huis en Anke heeft voor de tosti-truck een parkeerplaats bezet gehouden met hun eigen auto. Maar nu komen de tosti’s eraan en moet ze de auto weghalen. Len: “Anke was zestien toen we verkering kregen. Ze is mijn muze en mijn zeef.”
Zeef? “Ik laat mijn tekening altijd eerst aan Anke zien. Als zij hem niet meteen begrijpt, verander ik er iets aan.”
Len Munnik en Anke zijn een klein jaar geleden verhuisd naar hun huidige woonplaats, Dordrecht, om meer bij deze kleinkinderen te kunnen zijn. Ze sprongen al langer bij in het gezin van hun dochter, toen de schoonzoon, de vader van de drie jongens, ziek werd. Hij is overleden. Ze haalden de jongens van school en deden de was, maar het was vooral ook heel erg leuk en gezellig, vertelt Len. “Voetballen, met ze zwemmen, logeren.”
De jongens inspireren hem ook bij het tekenen. Hij haalt het blad tevoorschijn van vredesbeweging Pax waarvoor hij al tientallen jaren tekent. Voorop staat een tekening van een jongetje dat op de nek van zijn opa zit. “Zo zat mijn kleinzoon ook bij mij, toen hij kleiner was. En dan hield hij mijn oren vast en stuurde zo welke kant we op moesten lopen. Kijk, dat doet dat jochie ook. Had ik anders niet zo kunnen tekenen.”
Maar de hulp aan hun dochter was wel een belasting vanwege de afstand tussen Prinsenbeek, waar ze toen woonden, en Dordrecht. Daarom verkochten ze hun huis en nu wonen ze dus vlakbij de school van de jongens. Die komen veel bij hen langs. Len: “De wasserij is om de hoek.” Hij wijst naar de overloop op de zolder, naast zijn werkkamer. “Ik doe vaak de was.”

Gulzige muil
Voor de afscheidsmusical van de oudste kleinzoon, die klaar is met de basisschool, ontwierp en bouwde hij de decors. Het verhaal ging over een camping die met opheffing en sloop werd bedreigd.
Dat was wel even een ding. Gedecideerd: “De volgende keer moet het echt anders. Dan wil ik helemaal zelf bepalen hoe het eruit moet zien.” Plots zien we een andere kant van die sportieve, jongensachtige man met de brede lach.
Len had een decor ontworpen dat in karton uitgevoerd zou worden. Hij laat het al tekenend zien: een dragline, met een gulzige muil, op de achtergrond een camping. “Ik wilde het in zwart-wit. Dat is echt het mooist. Dan komen die kinderen ook beter uit.” Hij is even stil. “Maar het moest in kleur, want anders hadden die kinderen niets te doen. Die moesten iets te kleuren hebben.”
Zijn gezicht spreekt boekdelen. Natuurlijk was de eindmusical een succes. Maar als ze naar hem geluisterd hadden, had het er veel, veel mooier uitgezien. Later zal Anke Munnik zeggen dat het inderdaad een opgave geweest is. “Voor beide partijen.”
Maar zeker doet hij de volgende keer weer mee. Nog twee kleinkinderen te gaan, op deze school.
Archief
De verhuizing, van een groot vrijstaand pand naar een rijtjeshuis had een onverwacht gevolg. Niet alleen moesten er meubels weg, maar ook was er het enorme archief van Len Munnik. Zijn vele, vele tekeningen, alle brochures, boeken en bladen waaraan hij ooit meewerkte. Zijn boeken. Wat moesten ze ermee? Iemand suggereerde om het onder te brengen bij Atlas Van Stolk in Rotterdam. Dat beheert veel beeldmateriaal over de geschiedenis van Nederland. Atlas Van Stolk reageerde verheugd. Het instituut gaat alle twintigduizend tekeningen van Len Munnik digitaliseren, zodat ze beschikbaar komen voor een breed publiek.
Vorig jaar is er een begin gemaakt. Van de ongeveer tienduizend politieke tekeningen is nu de helft gedigitaliseerd en beschreven. Daarnaast zijn nog zo’n vijfduizend tekeningen beschreven, bijvoorbeeld die bij de columns van Trouw-columnist Bert Klei stonden.
Dankzij Bert Klei, destijds bijzonder populair bij de lezers van Trouw (hij overleed in 2008) is Len Munnik bij Trouw gekomen. Klei, chef van de kerkredactie, kreeg begin jaren zeventig een actiepamflet onder ogen met als titel: ‘De kerkdienst moet anders’, van het Provinciaal Gereformeerd Centrum voor Jeugd- en Jongerenwerk uit Dordrecht/Rotterdam. Die tekening beviel hem en hij plaatste hem in de krant. Zonder betalen, zoals dat toen veel gebeurde. Len: “Vrije nieuwsgaring, noemde hij dat.” Anke en Len togen daarna vanuit Vlaardingen naar de redactie in Amsterdam. “Met een trommeltje vol tekeningen. De volgende dag stond er al een van op de sportpagina.” Daarna volgde betaling, uiteraard.
Het klikte tussen de tekenaar Munnik en de kerkredacteur Klei en zo begon een jarenlange samenwerking: drie keer per week maakte Len Munnik een tekening bij de columns van Bert Klei. Daarna maakte Munnik politieke tekeningen, eerst op pagina 3 (“Ik wilde niet op de voorpagina, dat vond ik wat té.’‘) en daarna toch links onder op pagina 1.
Nu tekent Munnik voor de opiniepagina, eerst drie keer per week, nu twee keer. Er zijn jaren geweest dat hij wel tien tekeningen per dag maakte. Nu hij het rustiger heeft, doet hij langer over een tekening. “Ik teken nu wel handiger dan toen. Eenvoudiger. Je kunt meer weglaten, ja.”
Hetzelfde liedje
De inspiratie voor zijn vredesactivisme kwam uit de kerk, de gereformeerde kerk van Vlaardingen. En ook van de PPR, waarvan hij lid van was en die later opging in GroenLinks. “Linkse kringen, dat lag me erg.” De band met Vlaardingen bestaat nog altijd. Hij laat een boekje zien over de geschiedenis van Vlaardingen, voor kinderen. Precies duizend jaar geleden, in 1018, versloeg graaf Dirk III van Holland het leger van de Duitse keizer Hendrik II. “En weet je waardoor die oorlog ontstond? Door handelsbetrekkingen. Dirk III zei: iedereen vaart over onze rivier en ik krijg niets.’’ Hij wijst naar de tekening van Trump. “Nog steeds hetzelfde liedje, als het over oorlog gaat.”

In zijn werkkamer staat op een ezel een schilderij, in opzet. Blauwe achtergrond en een schets van een man achter een vleugel, in een nog wit vlak. “Dat is voor een vriend van ons. Een portret van hem.” Len staat op, loopt naar een rij doeken op de grond en haalt er een schilderij uit: een groene gestileerde natuur, met een g-sleutel erin als verwijzing naar muziek en een man die eruit wegloopt. “Dit had ik eerst gemaakt, maar hij werd er verdrietig van. Nu maak ik een nieuwe.” De vriend hoort bij een clubje van zes. “Ik heb met hem de marathon van New York gelopen.” De vriend heeft nu beperkingen, maar pianospelen, dat kan hij nog wel.
Cynisch is Len Munnik niet geworden, al tekenend voor de vrede. Maar geschokt is hij af en toe wel. Hij doet de lichtbak weer uit en vertelt over een reis naar de VS. “Ik liep een keer in Washington met de International Fellowship of Reconciliation, een christelijke vredesbeweging. Dan denk je: ‘Dat moet toch effect hebben.’ We waren bij het Capitool, een groep Amerikanen was aan het bidden en zingen. En toen zei zo’n redneck, weet je wel, zo’n man met cowboyhoed, dat ze die mensen allemaal tegen de muur moesten zetten en ze af moesten knallen. Zo’n reactie, dat verwacht je toch niet?”
En wordt hij daar dan agressief van? “Nee. Bedroefd. Nog steeds.”

Maar hij blijft geloven dat actievoeren, ook met pen en inkt en pastelkleuren, effect kan hebben. Nog niet zo lang geleden kwam hij via de pabo van zijn dochter Arie de Bruin tegen, die een boekje schreef over getraumatiseerde kinderen in Israël en Palestina. ‘Je bent er geweest’, heet het. Voor zoiets maakt hij graag de tekeningen. Hij laat het zien: op de kaft staat een bang kijkend jongetje dat aan de hand van een sterke arm bungelt.
Nee, de tijd van actievoeren is nog niet voorbij. Zo vindt Len Munnik het vreemd dat er in Dordrecht nog altijd geen actiegroep is tegen het bedrijf Chemours, voorheen DuPont, dat jarenlang giftige afvalstoffen van de GenX-technologie in het water heeft geloosd. Die actiegroep zou volgens Munnik onmiddellijk opgericht moeten worden. “Ik? Nee, dat is niet iets voor mij, een actiegroep oprichten. Dat moeten anderen doen. Dan maak ik wel de prangende tekeningen.”
Vijf tekeningen
Welke tekeningen zijn Len Munnik bijgebleven? Een moeilijke vraag, vindt de cartoonist. Toch kan hij na een korte duik in zijn archief vijf tekeningen noemen.
Monic Slingerland – Trouw 25 juli 2018
Foto’s: © Werry Crone

27 februari 1981 © Len Munnik

November 1989 © Len Munnik

31 oktober 1995 © Len Munnik

27 oktober 2009 © Len Munnik

6 november 2014 © Len Munnik

15 november 2017 © Len Munnik

23 maart 2018 © Len Munnik